Eenentachtig jaar bevrijd

We schrijven 21 november 1944 en er wordt hevig strijd geleverd in deze regio. Panningen is al sinds 18 november bevrijd en in Kessel wachten de mensen met angst en beven maar ook met hoop op hun bevrijders. De Duitsers verkopen hun huid duur, op 17 november blazen ze de kerktoren op met springstof, dat proberen ze ook met het kasteel maar die fundamenten, eeuwen oud, zijn te sterk dus steken ze de gebouwen in brand. De zusters werd maar kort tijd gegeven om met de kinderen van het pensionaat te vertrekken. Machteloos kijken de Kesselse mensen toe.
In de bossen rukken de geallieerde troepen op, Platoon C Company, 5de, 6de en 7de bataljon van de 15ste divisie Gordon Highlanders hebben al de nodige ervaring in deze oorlog. Dat heet de meesten want er zijn ook jonkies bij die pas uit de opleiding komen en hun sporen nog moeten verdienen. Ze hebben sinds de invasie in Normandie al heel wat verliezen gehad en op deze dag komen er daar nog een aantal bij.
Harold Gregory, 18 jaar uit Rotherham Yorkshire, een jongen uit de Dales heeft net 5 maanden training in Schotland achter de rug en zijn ervaringen met de oorlog begint ergens in Belgie. Hij schrijft naar zijn ouders, Wilfred en Elsie Gregory dat de mensen vriendelijk zijn en hen fruit meegegeven op hun reis. Hij is de middelste van drie zonen.
En dan zijn daar die Kesselse bossen. Ze komen bij een open veld, waar nu het monument staat ter gedachtenis van hen die daar vielen voor onze vrijheid. Ze verwachten dat het merendeel van de Duitsers zich terug hebben getrokken naar de Maas, zelfs naar de andere kant maar om zeker te zijn worden 4 soldaten op patrouille gestuurd, een sergeant, een korporaal en drie soldaten. Ze weten niet dat er 6 Duitsers met een mitrailleur even verder in een post liggen, die wachten tot ze dichtbij komen en dan schieten. Alleen de korporaal overleeft, weliswaar gewond en de Duitsers, die vertellen het ook niet na. De lichamen van de gevallenen worden tijdelijk begraven bij de familie Timmermans in de Donk, later staan de kruisen met de helmen en de naamplaatjes bij de boerderij waar mijn vader woont met zijn moeder, zijn broers en zussen. Mijn vader is 23 als dit gebeurt, hij had met broers en vrienden ondergedoken gezeten in de bossen en was een tijd als gids werkzaam bij de bospartizanen van Baarlo die met hun krijgsgevangenen rondtrokken.
Later worden de gevallen soldaten overgebracht naar het Britse oorlogskerkhof in Venray waar ze nog steeds rusten. Mijn vader schrijft naar de 4 families van de gesneuvelden maar krijgt maar van een familie antwoord, de familie Gregory. Ik herinner me hun bezoeken aan ons als ze zomers komen en bij mijn oma verblijven die maar een paar honderd meter van de plek woonde waar de mannen vielen.

Nadat de ouders overleden is er even stilte, de broers zijn ons adres kwijt maar door middel van een foto van ons, opgestuurd naar de gemeente wordt het contact weer snel hersteld en kunnen we in de 80tiger jaren Harold oudste broer Lol (Lawrence) met vrouw Sheila geregeld verwelkomen.
Mijn vader maakt geregeld per fiets de trip naar Venray om bloemen te brengen, hij vindt het zelfs zo belangrijk dat hij en mijn moeder op hun trouwdag in 1949 foto’s laten maken bij het graf. Op uitnodiging van de Gordon Highlanders reizen ze samen naar Schotland waar hij geeerd wordt en mooie cadeaus ontvangt.
Na de dood van Lol komt de jongste Gregory broer George naar Kessel samen met zijn zoon Steve en kleinzoon Harrison dus de traditie wordt voortgezet. In 2002 overlijdt mijn vader, in 2012 mijn moeder.
21 November 2025 is het 81 jaar geleden dat een jonge man uit Yorkshire op dat Kessels veld viel, het is ook 81 jaar dat onze families verbonden zijn door zijn dood, zijn offer. Het contact blijft…









